Onze boeken richten zich op meisjes van 0-6 jaar
In de eerste jaren van hun leven vormen meisjes een beeld bij wat meisjes en vrouwen kunnen, mogen en hoe ze zich (moeten) gedragen. Een beeld bij hun eigen talenten, wensen en mogelijkheden. Dan nestelt zich bij velen de stem in ons achterhoofd die ons tegenhoudt en afremt. Als kinderen geboren worden hebben ze geen idee welk ‘geslacht’ ze zijn. Tegen de tijd dat kinderen naar groep 3 gaan hebben ze echter al een duidelijk beeld bij wat het betekent om een meisje of een jongetje te zijn. Als ze 10 jaar zijn, zijn de stereotyperingen al diep ingesleten.
Ouders, school en media spelen hierin de belangrijkste rol. Dat wat wij voorlezen aan onze dochters (en zonen) geeft hen mee hoe wij denken dat de wereld werkt.
Daarom richten onze boeken zich op meisjes van 0-6 jaar.
Geloof je je ogen niet? Wij eerst ook niet, lees daarom hier meer: ….
Bij Mo’s Daughters hebben meiden de hoofdrol
Het belangrijkste voorbeeld in een boek wordt geleverd door de hoofdrol. In maar 20%* van de 50 bestverkochte boeken in 2018 was er een meisje in de hoofdrol. Meer dan 75% van de kinderboeken (0-6 jaar) heeft een jongen in de hoofdrol. Dit geldt ook voor boeken die pas net uit zijn. Wanneer iemand de hoofdrol heeft dan staat haar naam ook in de titel. Toch? Vreemd genoeg geldt dit wel voor boeken met jongens in de hoofdrol, maar veel minder vaak wanneer een meisje een hoofdrol heeft. Wij willen meisjes niet aanleren dat er voor hen alleen bijrollen zijn of dat een jongen altijd de hoofdrol krijgt. En we schreeuwen die hoofdrol van de daken!
Daarom heeft een meisje de hoofdrol in elk boek en begint de titel met haar naam.
Rolmodellen werken: onze meiden hebben gave en diverse hoofdrollen
In kinderboeken hebben meisjes vaak de rol van prinses, fee of ‘zus van’. Of zijn ze geen mensenmeisje maar een meisjesdier. De meisjeshoofdrollen die kinderen voorgeschoteld krijgen zijn daarmee beperkt en geven dus beperkte voorbeelden. Inspirerende rollen als held, avonturier of mensen met gave beroepen of hobby’s zijn meestal voor jongens. De hoofdpersonen en hun rollen zijn bewust gekozen door Mo’s Daughters. Wij willen aan meisjes laten zien dat voor hen alles mogelijk is. Een rolmodel doet geloven.
Daarom hebben wij een superheld, globetrotter, avonturier, wetenschapper en ‘eigenwijze peuter’.
Deze rollen zijn ook gekozen omdat we weten dat ze bijdragen aan passie voor wetenschap en exacte vakken, en bijdragen aan durf en risico nemen.
Superheld Suus en ‘wetenschapper’ Cato: er is een duidelijk relatie tussen rolmodellen en een grotere passie voor exacte vakken (STEM – science, technology, engineering mathematics). Het is bewezen dat het al vroeg blootstellen van meisjes aan vrouwelijke rolmodellen in STEM-gerelateerde rollen leidt tot een groter zelfvertrouwen en meer STEM-gerelateerde beroepskeuzes
Lees meer: //news.microsoft.com/europe/features/girls-in-stem-the-importance-of-role-models/, //seejane.org/wp-content/uploads/portray-her-infographic.pdf
Avonturier Mila en Globetrotter Maan: onderzoek toont aan dat ouders hun dochters veel vaker waarschuwen bij het (buiten) spelen dan hun zonen. Dochters worden ook vaker geholpen bij bijvoorbeeld klimmen. Als we meisjes al vanaf jonge leeftijd voorzichtigheid en angst inprenten dan zal deze angst zich later manifesteren als gelatenheid en het mijden van risico’s. Andersom- als we meisjes lekker laten klimmen en hun fysieke grenzen verleggen, vertaalt zich dat in veerkracht en lef. Lees meer: //www.nytimes.com/2016/02/21/opinion/sunday/why-do-we-teach-girls-that-its-cute-to-be-scared.html?_r=0
Onze meiden zijn slim en vol vertrouwen in eigen talent en kunnen
We weten dat er geen verschil in intelligentie gerelateerd aan gender is. Voordat kinderen 6 zijn, geloven ze allemaal in hun eigen intelligentie. Raar genoeg denken zowel meisjes als jongens vanaf 6 jaar echter in grote meerderheid dat ‘intelligentie’ bij jongens hoort. Meisjes worden gecomplimenteerd voor ‘hun harde werk’, jongens omdat ‘ze slim zijn’. Helaas is het gevolg hiervan dat meisjes en vrouwen zelf – en helaas ook hun omgeving – gaan geloven dat ze alleen maar slimme dingen kunnen doen door heel hard te werken en ‘te compenseren voor het inherent mindere talent’. De gemiddeld betere schoolprestaties van meisjes worden vaak toegeschreven aan hard werken en discipline en veel minder vaak aan slimheid en talent.
Daarom zijn onze meisjes gewoon slim, houden ze van problemen oplossen en van rekenen of natuurkunde. En hebben ze het vertrouwen in eigen talent en kunnen om door te zetten als het moeilijk of ingewikkeld wordt.
Lees meer: //time.com/4651720/elementary-school-girls-smarter-boys-study/
Onze moeders werken. Onze vaders zijn net zo aanwezig als moeders. En de taken worden gewoon eerlijk verdeeld.
De volwassenen in het leven van meisjes in kinderboeken leven vaak in heel traditionele rolpatronen. Het lijkt soms wel alsof je de jaren vijftig binnenstapt. Terwijl in Nederland de grote meerderheid van de vrouwen werkt, heeft maar 13% van de moeders in kinderboeken een baan*. Vaders zijn in kinderboeken meestal slechts beperkt aanwezig in het leven van hun kinderen en in het reilen en zeilen van hun gezin. Ook hier wijken de meeste kinderboeken af van de meest voorkomende werkelijkheid.
Daarom werken onze moeders, zijn vaders net zo aanwezig als die moeders en worden taken eerlijk verdeeld.
Lees meer: //www.womeninc.nl/Uploaded_files/Zelf/beeldvorming-de-volgende-generatie-2.63dfc6.pdf
Beelden zeggen meer dan woorden. Onze meisjes zien eruit zoals meisjes er in al hun diversiteit echt uitzien
Kinderen ontwikkelen hun zelfbeeld vanaf een zeer jonge leeftijd, dus ook hoe ze hun lichaam zien. Wat ze zien en horen is vaak niet wat wij voor hen willen als zelfbeeld. Meisjes en vrouwen in film en op tv dragen significant minder kleding dan jongens en mannen. Er is al heel jong onnodig veel aandacht voor uiterlijk en ‘dun zijn’ in woord en beeld. Vaak worden meisjes en vrouwen getoond met onmogelijke lichaamsproporties en kenmerken – onmogelijke tailles, onwerkelijke ogen of bijvoorbeeld hele lange wimpers.
Helaas heeft dat effect. Onderzoek (in de VS) toont aan dat al bijna 1/3 van kinderen een ‘ideaal lichaam’ kiest dat dunner is dan ze zelf nu denken te zijn. Voor heel veel meisjes zijn er überhaupt weinig voorbeelden waar zij zich in kunnen herkennen zoals ze zelf zijn. De diversiteit in haarkleur, haartype, huidskleur en lichaamsvorm blijft ver achter bij het gemiddelde schoolplein. Wij willen dat meiden zichzelf kunnen herkennen en waarderen zoals ze zijn.
Daarom zijn onze meiden helemaal (en niet half) aangekleed en dragen ze comfortabele kleding. Ze laten alle diversiteit in achtergrond, huid- en haarkleur en lichaamsvorm zien. En we beschrijven geen uiterlijke kenmerken die simpelweg niet relevant zijn.
Lees meer: (*//seejane.org/wp-content/uploads/full-study-gender-roles-and-occupations-v2.pdf)
Woorden doen ertoe! Dus bij Mo’s denken we heel goed na over welke woorden we wel en niet gebruiken
Er bestaat geen ‘Nederlands voor jongens’ of ‘Nederlands voor meisjes’. In kinderboeken zien we echter wel verschillen in de taal en woorden die gebruikt worden wanneer het over meisjes gaat of wanneer meisjes praten. Er wordt veel vaker gebruik gemaakt van verkleinwoorden om dingen te beschrijven die zij doen of belangrijk vinden. Zaken of maatschappelijke rollen van belang hebben vaak een mannelijke naam terwijl er ook neutrale woorden beschikbaar zijn. En al in kinderboeken leren we meisjes om voor van alles en nog wat sorry te zeggen. Woorden doen ertoe en blijven hangen.
Daarom gebruiken we geen verkleinwoorden (en ja, we gebruiken wel ‘meisje’ want ‘meid’ vinden we niets), kiezen we de neutrale benamingen voor beroepen zoals piloot (ipv pilote) en zijn er woorden als ‘sorry’ die we simpelweg verbannen hebben. Lees meer: Sheboard.com:
Onze meiden doen niet aan stereotypisch gedrag
Kinderen leren van het gedrag van hun voorbeelden. Er is veel gedrag dat in media en in kinderboeken wordt neergezet als stereotypisch gedrag van meisjes en van jongens. Dingen die meisjes of jongens vaak of juist niet doen. Zonder dat daar een reden voor is, anders dan dat meisjes en jongens dit aangeleerd hebben. In veel te veel gevallen huilen meisjes, zijn ze bang, zijn ze onhandig, willen ze niet vies worden, houden ze niet van sport of fysiek bezig zijn en moeten ze gered worden. Vaker zijn ze gemeen tegen elkaar, spelen ze met poppen, werken ze aan hun uiterlijk of zijn ze aan het shoppen of doen ze klussen in het huishouden. Wij denken niet dat dit gedrag is dat elk meisje wil of moet nadoen en dus laten onze meisjes dit gedrag ook niet zien.
Daarom gaan onze meisjes goed met elkaar om, huilen onze meiden niet, houden ze van sport en fysiek bezig zijn (en zijn ze daar gewoon goed in!), zijn ze niet bang of klunzig of onhandig. Ze vinden het geen enkel probleem vies te worden en ze hoeven al helemaal niet gered te worden. En we hebben geen principieel bezwaar tegen spelen met poppen, huishoudelijke klusjes, nagels lakken of ‘shoppen’, maar we laten die thema’s graag aan anderen.
Lees meer: //www.universiteitleiden.nl/nieuws/2015/10/jongens-zijn-boos-en-meisjes-verdrietig //www.nytim